Opgestaan. Koffie gezet. En je proeft: Niets. Geen koninklijke manier om de dag te beginnen. Maar ontspan je. Met onze vier regels voor het juiste bewaren van koffie blijft de smaak waar hij hoort – in de boon.
Als je je keukenkastje opent, vind je: Een pak suiker uit 2016. Een paar conserven. En gemalen koffie. Waarvan je niet eens weet wanneer je die eigenlijk gekocht hebt? Geen wonder dat je koffie nergens naar smaakt! Als gevoelig natuurproduct hebben koffiebonen namelijk vier natuurlijke vijanden. Aromakillers, zeg maar.
Bij juiste opslag duurt het ongeveer acht weken voordat vers gebrande koffie zijn aroma verliest. Hele bonen, welteverstaan. Bij gemalen koffie verdwijnt de volle smaak al na vier weken. En waarom? Zuurstof! Hoe langer koffie aan lucht wordt blootgesteld, hoe flauwer hij wordt. Laat je favoriete koffie daarom liever in de originele verpakking. Want bij het overgieten komt hij alleen onnodig met zuurstof in aanraking. En omdat dubbel bekendelijk beter houdt: bewaar de verpakte koffie bovendien in een luchtdichte pot. Dag, zuurstof. Hallo, aroma!
Pro tip: Te verse koffie smaakt trouwens ook niet. De bonen geven na het branden koolstofdioxide vrij. Daarom moet koffie eerst drie tot vier dagen rusten voordat je de eerste kop zet.
Warmte is je beste vriend bij de bereiding. Maar niet als je koffie juist wilt bewaren. Net als het zetproces zelf, haalt hitte de aromastoffen eruit. Dus red je koffie. Van de vensterbank. De verwarming. Van het dak van je koelkast. Liever vroeg dan laat. Of vraag je af waarom je -Single Origin- uit Ethiopië ineens geen bessentonen Single Origin – maar karton – bevat. Het beste bewaar je je koffie namelijk in de kast of een voorraadkamer. Lekker koel.
Koffie en water horen bij elkaar? Nope. Want ook vocht is een aromakiller. Al bij de verwerking, het drogen en het brandproces wordt erop gelet dat er geen water bij de bonen komt. Anders stroomt het aroma meteen mee de afvoer in. Pas als je thuis je koffie zet, mogen water en koffie zich verenigen. Op dit punt ruimen we direct een mythe uit de weg: Koffie heeft niets in de koelkast te zoeken! Daar is het weliswaar koel. Maar ook behoorlijk vochtig. En vooral erg krap: Koffie ontmoet salami ontmoet blauwschimmelkaas. Als je dus geen zin hebt in een kaas-ham-aroma: Blijf uit de buurt van de koelkast! Het vriesvak kan daarentegen een zinvolle optie zijn. Maar eerder voor langdurige opslag in kleine hoeveelheden. En alleen als je de koffie in gesloten toestand laat ontdooien en direct daarna gebruikt. Dus: Gewoon op een droge plek zetten.
Ga het licht in? Liever niet. Koffie en lichtinval zijn geen bijzonder goede vrienden. Terwijl zon absoluut noodzakelijk is bij de teelt en rijping van de koffiebessen, neemt ze de smaak van de gebrande koffieboon volledig weg. Daarom: Koffie niet in doorzichtige potten bewaren. Maar in een lucht- en lichtdichte container.
En wat betekent dat nu concreet? Als je echt aan de smaak van je koffie gehecht bent, bewaar je je koffie:
1) luchtdicht
2) koel
3) droog
4) donker
Het beste aroma haal je uit hele bonen. Vers gemalen. Direct bereid. Of je grijpt gewoon naar capsules. Hier komt de koffie namelijk pas in aanraking met vocht, licht, zuurstof en hitte als het echt gewenst is: Op weg naar je kopje.