DE JUISTE METHODE VOOR KOFFIETEELT
De koffieplant is erg gevoelig. Om ervoor te zorgen dat hij groeit, bloeit en de volgroeide zaden uiteindelijk in onze kopjes terechtkomen, moet hij goed verzorgd worden – en dat meerdere jaren achter elkaar.
Koffiedrinkers weten precies hoe ze hun koffie hebben willen: met melk of zonder, gezoet of op ijs, als espresso of filterkoffie. En zo werkt het ook voor de koffieplant zelf: hij weet precies hoe warm hij het wil hebben, in welke bodem hij het liefste wortel schiet en hoeveel regen goed voor hem is.
Even snel wat koffie telen? Niet op onze breedtegraad.
De wereldwijd belangrijkste koffiesoorten, commercieel gezien, zijn arabica en robusta, of zoals de bioloog en koffienerd zeggen: coffea arabica en coffea canephora. Hoewel deze twee koffievarianten later in verschillende streken terecht zullen komen, begint hun reis op een en dezelfde plek: de plantenschool. Hier groeien de zaden of stekjes in ongeveer negen maanden tijd uit tot statige boompjes.
Met 12 tot 16 blaadjes als bagage is het tijd de school te verlaten en de wijde wereld in te trekken. Voor de «robuustere» canephora betekent dit in de meeste gevallen een verhuizing naar een plantage met meer instraling van de zon, tot 900 meter boven zeeniveau. De gevoeligere arabica voelt zich duidelijk beter op een plekje in de halfschaduw, op een hoogte van 900 tot 2000 meter boven zeeniveau. De planten worden maar liefst drie tot vijf jaar verzorgd en bewaterd. Pas dan komen ze voor het eerst in bloei. De bloem is extreem belangrijk, want daaruit ontstaat de koffiebes – en uit de twee zaden van de koffiebes worden uiteindelijk de koffiebonen gewonnen. Heel wat inspanning voor twee kleine zaadjes!
De koffieplant maakt van de teelt een hele toer
Maar wat is er nodig voor een goede oogst? Als de koffieplant het voor het zeggen had, van alles een beetje. De arabica groeit het beste op grotere hoogte in een gematigd klimaat met temperaturen rond de 15 °C. De canephora maakt het de boer wat lastiger: deze plant heeft een voorkeur voor warmere temperaturen van circa 24 tot 30 °C. Vorst hebben beide soorten niet graag. De nachttemperatuur mag niet onder de 12 °C dalen. Bovendien groeien beide planten het beste in de halfschaduw en bij een licht, aangenaam briesje. Neerslag is ook een essentiële component, omdat dit ervoor zorgt dat de koffiebessen kunnen rijpen. In het meest ideale geval zijn er meerdere regenperioden per jaar. Maar ook hier gaat het erom de gulden middenweg te vinden. Te weinig neerslag heeft een even negatief effect op de oogst als te veel.
Rond de evenaar is het toch het mooist
We kwamen er al snel achter dat de koffieplant niet de makkelijkste is. Toch is er een gebied dat aan al zijn voorwaarden voldoet: de zogenaamde koffiegordel. Dit gebied omvat alle landen die zich in de buurt van de evenaar bevinden. Ze hebben alles wat voor de optimale teelt nodig is. Maar elk van deze koffielanden – om precies te zijn, elke afzonderlijke regio binnen elk land – heeft zijn eigen, afzonderlijke omstandigheden. De ligging bepaalt het type plantage, hoeveel en welke verzorging er nodig is en de oogstperiode. In sommige regio's moet vanwege langdurige periodes van droogte machinaal worden bewaterd, in andere regio's zijn terrasplantages nodig om bodemerosie tegen te gaan. En in weer andere regio's moeten bacteriën worden bestreden, die ervoor zorgen dat sommige bonen niet lekker smaken en ruiken. Dit wordt ook wel de aardappelziekte genoemd.
De regio zet de toon - ook voor het smaakprofiel van elke boon
Naast de geografische situatie zijn ook de politieke en economische situatie van een land bepalend voor de teelt. Waar in Colombia de koffieboeren royaal worden gesubsidieerd, hebben ze in Burundi niet eens geld voor mest. Wij bij Café Royal letten erop dat we onze koffie uitsluitend kopen bij koffieboeren die UTZ-gecertificeerd zijn. Daarnaast streven we naar stabiele, meerjarige partnerschappen. Allemaal met als doel de arbeids- en teeltomstandigheden voor de boeren voor de lange termijn te verbeteren.
Maar hoe verschillend de teeltomstandigheden ook zijn, alle landen hebben één ding gemeen: ze willen het veeleisende plantje zoveel mogelijk in de watten leggen en vinden altijd een manier om dit te bereiken. De teeltomstandigheden zijn een van de vele factoren die elke koffie zijn unieke karakter geven. En dat is juist het mooie ervan!